5 dingen die je moet weten over orkanen

Een orkaan is een weersverschijnsel waar we in Nederland niet zo snel mee te maken krijgen. Soms bereiken restanten van een orkaan ons land, maar vol getroffen worden door een orkaan zal niet zo snel gebeuren. Laat ons beginnen met een korte uitleg over wat een orkaan precies is. Een tropische cycloon is een tropische storm waarvan de windsnelheden de orkaandrempel, windkracht 12, overschrijden. Daaronder vallen windsnelheden van meer dan 63 knopen, ongeveer 117 kilometer per uur. Een storm zonder tropische kenmerken die de orkaandrempel overschrijdt, wordt een orkaan (extra-tropische) storm genoemd.

Een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van een tropische cycloon is een zeewatertemperatuur van tenminste 27 graden Celsius. Dit warme zeewater is de voedingsbron voor het ontstaan van tropische depressies. Die kunnen vervolgens uitgroeien tot tropische stormen. De meest extreme stormen halen orkaankracht en worden dus uiteindelijk een orkaan.

Een orkaan is overigens geen tornado. Een tornado is een wervelstorm die vooral boven land ontstaat, veel kleiner is en aanzienlijk korter duurt. De windsnelheden binnen een wervelwind kunnen hoger oplopen dan bij een orkaan.

1

Schaal van Saffir en Simpson

In grote delen van de wereld wordt de kracht van een orkaan ingedeeld binnen de schaal van Saffir en Simpson. Deze classificatie is gebaseerd op de windsnelheden die gehaald worden. De meeste weerbureaus gebruiken de definitie van ‘continue wind‘ zoals aanbevolen door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), die windsnelheidsmetingen specificeert als gemiddelde windsnelheid op een hoogte van 10 meter gedurende 10 minuten. Als die op minimaal 117 kilometer per uur ligt, spreek je van orkaankracht.

De schaal van Saffir en Simpson hanteert 5 categorieën. Een categorie 1 orkaan is daarbij de lichtste. Via categorie 2, 3 en 4 kom je uiteindelijk terecht bij een orkaan van de 5e categorie. Hierbij lopen de windsnelheden op tot boven de 250 kilometer per uur en zijn de gevolgen vaak desastreus voor gebieden die door deze orkaan getroffen worden.

2

Schade

Een orkaan kan directe en indirecte schade veroorzaken. Directe schade bestaat uit schade die veroorzaakt wordt door de harde wind. Onder hoge windsnelheden kunnen onder andere bomen, planten, stranden, gebouwen en auto’s beschadigd raken of zelfs geheel vernield. Rondvliegend puin en andere objecten kunnen extra schade veroorzaken.

Indirecte schade kan ontstaan door zware regenval (die vaak gepaard gaat met een orkaan) of door een vloedgolf. Plaatsen in kustgebieden zijn daardoor extra kwetsbaar voor orkanen. Op het moment dat er een stormvloed ontstaat van enkele meters hoogte, dan is daar nog maar weinig tegen bestand.

3

Namen

We hebben het in Nederland over orkanen of tropische cyclonen. Elders in de wereld worden er andere benamingen gebruikt. In de Atlantische Oceaan en in het oostelijke deel van de noordelijke Grote Oceaan heeft men het over een hurricane. In het westelijke deel van de noordelijke Grote Oceaan kom je de benaming taifoen (Engels: typhoon, Nederlands: tyfoon) tegen. In Australië worden de namen willy-willy en queenie ook wel gebruikt.

De meteorologische diensten geven de orkanen namen. Voor de Atlantische stormen hanteert de WMO zes namenlijsten die ieder 21 namen tellen. De eerste naam begint met de letter A, de tweede met de letter B en ga zo maar door. De letters Q, U, X, Y en Z worden niet gebruikt omdat er te weinig namen zijn. De naam van verwoestende orkanen die geschiedenis hebben geschreven en die men zich nog generaties lang kan heugen wordt van de lijst afgevoerd en vervangen door een nieuwe naam. Vandaar dat je de namen Dennis, Andrew en Katrina niet meer tegen zult komen.

4

Redelijk voorspelbaar

Orkanen zijn gelukkig redelijk voorspelbaar. Zowel het pad van een orkaan kan – zeker kort van tevoren – met een vrij grote zekerheid berekend worden. Ook de daarbij behorende windsnelheden zijn met enige marge te voorspellen. Op het moment dat een orkaan boven land komt, wordt hij onvoorspelbaarder. Meestal neemt hij dan snel kracht, omdat zijn voedingsbron – het warme zeewater – wegvalt. Een orkaan verandert dan al snel in een storm of depressie.

Dankzij de voorspelbaarheid kunnen er voorzorgsmaatregelen genomen worden. Die kunnen variëren van het vastzetten van losse objecten buiten, het dichttimmeren van ramen tot aan evacuaties in de meest kwetsbare gebieden.

5

Orkaanseizoen

Orkanen komen voor meer dan 95% voor binnen het orkaanseizoen. Die loopt op het noordelijk halfrond van 1 juni tot en met 30 november. Incidenteel kunnen er in december orkanen voorkomen. De meeste tropische cyclonen worden in augustus, september en oktober waargenomen. Op het zuidelijk halfrond loopt het orkaanseizoen van 1 november tot en met 30 april. In de Indische Oceaan heb je in december, januari en februari de grootste kans op orkanen. Rond Australië ligt de piek aan het einde van het orkaanseizoen: in maart en april.