Op het moment dat je stroom nodig hebt, stop je de stekker in het stopcontact en je kunt met het dan op het stroomnetwerk aangesloten apparaat stroom gaan gebruiken. Zo werkt het thuis. Op reis is dat niet automatisch het geval. Daar kan het zomaar zo zijn dat de stekker van het door jou meegebrachte apparaat niet in het stopcontact past. De ontwikkeling van stopcontacten en stekkers begon in de 19e eeuw, en elk land of regio heeft zijn eigen ontwikkelingspad gevolgd. Dit heeft geleid tot een verscheidenheid aan normen en ontwerpen.
Uiteindelijk zijn er een aantal standaarden voor stekkers en stopcontacten ontstaan, die namen hebben op basis van type-aanduidingen. Zo gebruiken we in Nederland en een groot deel van Europa stopcontact type F, waarin stekkers van het type F passen. Die hebben twee ronde pinnen. De verouderde stekkers en stopcontacten type C kom je steeds minder tegen.
In de Verenigde Staten, Canada, delen van Latijns-Amerika en de Caraïben wordt vooral de zogenaamde NEMA-stekker gebruikt: type A (ongeaard) en type B (geaard). Het Verenigd Koninkrijk en hun voormalige kolonies gebruiken stopcontacten en stekkers van type G.
De wirwar aan stekkers en stopcontacten zorgt ervoor dat je als reiziger regelmatig gebruik moet maken van een adapter. Die wordt in dit geval vaak reisstekker of verloopstekker genoemd. Het is belangrijk dat je de juiste reisstekker gebruikt, want anders kan het zo zijn dat je je apparaat niet kunt gebruiken of er een gevaarlijke situatie zou kunnen ontstaan.
Er is een hoop zin en onzin over reisstekkers en wereldstekkers gepubliceerd. Wij maken het je gemakkelijk door ons te beperken tot de vijf dingen die je moet weten over reisstekkers.