5 dingen die je moet weten over wandelen in Oostenrijk

Wandelen is de populairste vorm van sport in Nederland. Volgens de statistieken beoefenen ongeveer 8,6 miljoen Nederlanders wandelen als vrijetijdsbesteding. Dat is meer dan zeventig procent van de Nederlanders van 12 jaar en ouder. Wandelen is laagdrempelig, goedkoop en vrijwel altijd en overal te doen. Een deel van de wandelaars beoefenen deze vorm van beweging ook tijdens hun vakantie. Zo gaan er naar schatting ongeveer 1,5 miljoen Nederlanders jaarlijks naar Oostenrijk om te gaan wandelen. Dat is ruim veertig procent van alle Nederlandse toeristen die vakantie in Oostenrijk viert.

Oostenrijk telt vele kilometers aan bewegwijzerde wandelroutes. Via de toeristische websites, in brochures van de toeristische diensten en in gespecialiseerde wandelapps zoals Komoot kun je per gebied vaak uit tientallen wandelingen kiezen. Meestal kun je kiezen uit verschillende lengtes en moeilijkheidsniveau’s.

Stel dat je in Oostenrijk wilt gaan wandelen, wat is er dan handig om te weten? Wij zijn vorige maand gaan wandelen in Oostenrijk en hebben de 5 dingen die je moet weten over wandelen in Oostenrijk voor je verzameld.

1

Schoenen

Goed schoeisel is essentieel als je in Oostenrijk gaat wandelen, zeker als je de bergen in gaat. De beste optie is om met goede wandelschoenen op pad te gaan. Ze heten niet voor niets zo. De gemakkelijke wandelroutes kun je nog prima op normale schoenen of sportschoenen kiezen, vooral als deze vooral over geasfalteerde paden of wegen gaan. Ga je de bergen in, dan zijn goede wandelschoenen een must.

2

Houd rekening met de weersomstandigheden

Het weer kan in Oostenrijk en vooral in een bergachtig landschap vrij snel en abrupt omslaan. Lijkt er in de ochtend nog geen wolkje aan de lucht te zijn, dan kan er een paar uur later toch ineens een flinke regen- of onweersbui ontstaan. De temperatuur kan binnen een etmaal ook flinke sprongen maken.

Kies voor comfortabele kleding en bij voorkeur voor kleding in laagjes. Goed ademende shirts en bij voorkeur waterdichte kleding voor het geval dat het gaat regenen is het advies.

3

Onderschat de wandelroutes niet

Onderschatting is de grootste vijand voor wandelaars. Ben je gewend om in Nederland wandelingen van 5 tot 10 kilometer te maken in vlak gebied? Dan betekent dit niet automatisch dat je in Oostenrijk gemakkelijk wandelingen van eenzelfde lengte kunt maken. Hoogteverschillen, lastige ondergronden en soms paadjes waarbij wandelen meer op klimmen lijkt zorgen voor totaal andere omstandigheden dan je in Nederland gewend bent.

Ben je niet gewend om stevige wandelingen te maken en is je conditie niet geweldig, beperk je dan beter tot de wandelingen die de kwalificatie ‘gemakkelijk’ hebben. Wandel je wat vaker en is je conditie goed, dan moeten wandelingen met de kwalificatie ‘gemiddeld’ te doen zijn. Let wel op de lengtes en de hoogtemeters die je moet overbruggen.

De wandelingen met de kwalificatie ‘moeilijk’ zijn eigenlijk voorbehouden aan wandelaars die geen enkele moeite hebben met de gemiddelde wandelingen en die in een zeer goede conditie zijn.

4

De mooiste routes kunnen je serieus geld kosten

Over de wandelroutes in Oostenrijk mag je eigenlijk spreken over mooi, mooier, mooist. Hoewel schoonheid eigenlijk iets subjectiefs is, zie je echt wel verschil tussen verschillende wandelingen. De mooiste wandelroutes liggen over het algemeen op hogere hoogtes, waardoor je onderweg van fenomenale uitzichten kunt genieten. Helaas liggen het begin en vaak ook eindpunt van dergelijke wandelingen op locaties die niet of amper met de auto te bereiken zijn.

Voor dergelijke wandelingen ontkom je niet aan het gebruik van skiliften. De kabelbanen die in de winter wintersporters naar boven brengen, worden in de zomer ingezet om o.a. wandelaars te vervoeren. Daar horen helaas vaak vrij pittige prijzen bij. Zo betaalden wij voor de kabelbaan van Westendorf 30 euro per persoon om naar boven en weer naar beneden te gaan. Dat slokt toch een aardige hap van je vakantiebudget op.

5

Teken, dazen en wespen

De natuur in gaan betekent dat je met allerlei insecten en parasieten in aanraking kunt komen. Soms kan dat hinderlijk zijn, maar in het ergste geval kan het jou als wandelaar ziek maken. De teek is een in Oostenrijk bekend fenomeen. Deze kleine spinachtige parasieten kunnen ongemerkt op je lichaam terechtkomen en zich vastbijten in je huid. Na een bloedmaaltijd – die dagen kan duren – laten ze zichzelf van de huid af vallen. Teken kunnen verschillende ziektes overbrengen, waaronder de ziekte van Lyme. Controleer daarom na iedere wandeling de huid op teken.

In Oostenrijk zijn er twee insectensoorten waarvan wandelaars geregeld last hebben. De wesp kan in de zomer en het najaar een ware plaaggeest zijn, ook al is het aanvallen van mensen nooit een primair doel van de wesp. In Oostenrijk zijn dazen misschien nog wel beruchter. Dazen vallen mensen aan om bloed te drinken. Ze voeden zich met het bloed van zoogdieren, waaronder mensen. Wie een beetje pech heeft die zal meerdere keren tijdens een wandeling aangevallen worden door dazen. Dazen strijken snel neer en bijten dan vrijwel onmiddellijk, wat meestal goed te voelen is.